VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Kifid: Lekkende zwemvijver is meer vijver dan zwembad

Geplaatst op: 20-02-2019, 14:16:20

Een consument die zijn zwemvijver vulde met koikarpers, wijzigde daarmee ook de gebruiksbestemming van zwembad in vijver. Toen het waterpeil in de 5 bij 3 meter grote vijver begon te zakken, bracht de klant van ASR zijn vissen in veiligheid en liet het rubberfolie vervangen. De rekening van 2.359 euro stuurde hij naar de verzekeraar. ASR wilde de schade niet vergoeden, omdat een vijver geen opstal is. Kifid gaf de verzekeraar gelijk.

De waterbak zat sinds 2009 in de grond. Aanvankelijk werd de zwemvijver alleen gebruikt om in te zwemmen, maar in 2013 besloot de eigenaar ook koikarpers los te laten. Als de lekkage in 2017 geclaimd is bij ASR, stuurt die een expertisebureau naar de consument om de schade te beoordelen. Die schrijft: “U stelt de vraag of er spraken is van een opstal. In ieder geval is er spraken van een in de grond gevormde constructie die gemaakt/bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven.”

De expert moet ook nagaan of er sprake is van een gedekt evenement. Die vraag blijft echter onbeantwoord omdat het folie al vervangen is. ASR wijst de schade af. Bij het Kifid wil consument zijn schade toch vergoed hebben. Hij vindt dat het oorspronkelijke doel van de waterbak doorslaggevend moet zijn voor de vraag of die onderdeel is van de opstal. De bak heeft het uiterlijk van een zwembad en wordt ook als zodanig gebruikt.

Schadebeperkend handelen

De dekkingsgrond zou volgens de verzekerde het uitstromen van water moeten zijn. “Voor de toepasselijkheid van deze dekkingsgrond is vereist dat sprake is van gevolgschade. Aangenomen moet worden dat door het uitstromen van water, schade aan de fundering van de waterpartij is ontstaan. Hiermee is voldaan aan het vereiste dat sprake moet zijn van gevolgschade. Dat deze gevolgschade niet direct zichtbaar is komt doordat Consument […] schadebeperkend heeft gehandeld door het lek in de waterbak te laten herstellen en de koikarpers terug te plaatsen.”

Bereddingskosten

De herstelkosten kunnen volgens de consument dus ook als bereddingskosten gezien worden. Van slijtage of slecht onderhoud was geen sprake, zou de expert mondeling hebben verklaard aan de consument.

Kifid vindt de belangrijkste vraag de beoordeling of de zwemvijver onderdeel is van de verzekerde zaak: het woonhuis. Volgens de voorwaarden is een zwembad dat wel, maar een vijver dat niet. Volgens Kifid gaat het in dit geval echter om een vijver. “De waterbak is na de wijziging van de gebruiksbestemming in 2013 (in hoofdzaak) in gebruik geweest als vijver aangezien deze sedertdien werd gebruikt voor het houden van vissen. Dat er ook wel eens een duik in de waterbak werd genomen, maakt niet dat de waterbak niet in de eerste plaats als vijver dienstdoet en ook als zodanig gekwalificeerd moet worden.”

Niet nagelvast

Dat de waterbak voorheen wel uitsluitend als zwembad gebruikt werd, maakt dat volgens de geschillencommissie niet anders. Het verzoek van de consument om de schade op te nemen als bereddingskosten, wordt met zachte hand van tafel geveegd. “Het sterven van de koikarpers als gevolg van het weglopen van het water uit de waterbak, betreft – met alle respect voor de door Consument gemaakte keuze -geen schade waarvoor de Verzekering dekking biedt. De koikarpers maken namelijk geen onderdeel uit van het verzekerde woonhuis […].”

Omdat de zwemvijver volgens Kifid meer vijver dan zwembad is, zijn de andere ingebrachte zaken over bijvoorbeeld de hoogte van het schadebedrag irrelevant geworden en worden niet meer besproken. De uitspraak is bindend.

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 19 februari 2019 op www.amweb.nl  

Vorige pagina